Zaur verhuist met zijn kinderen naar de Russische mijnstad Mizur. De opvoeding is er een van discipline. Terwijl de oudste, Akim, werk heeft in een nabijgelegen dorp, weet zijn jongere broer Dakko nog niet wat hij met zijn leven wil. Dochter Ada heeft zichzelf maar één doel gesteld en dat is uit de grip van haar vader zien los te komen. Ze merkt echter al snel dat een nieuw leven uit de buurt van haar vader beginnen, geen sinecure is. Daarbij legt de terugkeer van Akim al hun trauma's bloot.