Lea Meyer (Carice van Houten) is dolgelukkig met haar man Harry (Waldemar Torenstra), totdat Harry hij een kind wil. De bevalling van Harry Junior is een uitputtingsslag. Lea's humor en optimisme leggen het af tegen het natuurgeweld. Terwijl Harry een gelukkige vader is, voelt Lea geen enkele band met de baby. Ze krijgt waanvoorstellingen, zakt weg in een psychose en wordt verplicht opgenomen. Aanvankelijk steekt ze de draak met alles en iedereen. Maar gaandeweg ontdekt ze dat de medepatiënten mensen zijn met herkenbare emoties en dat er, onder haar gewoonte om van alles een grap te maken, een hoop onverwerkt verdriet schuilt.